Het is altijd raadzaam om met minimaal twee personen de pup te gaan halen. Dan kan de één rijden en de ander met de pup op de schoot zitten. Zet de pup in een doos met een deken voor de rit naar huis, dat helpt uw pup zich veilig te voelen.
Als u ver moet rijden, is het handig om tussendoor stops te maken. De pup is ongerust waardoor zijn stofwisseling versneld is en hij vrij snel opnieuw behoefte moet doen. Hou de pup hierbij aangelijnd om te voorkomen dat hij onverwacht van iets schrikt en probeert te vluchten.
Indien de pup nog niet goed aan een auto is gewend, kan hij wagenziek worden. Zorg voor spullen om eventuele ongelukjes op te ruimen.
Veel pups worden misselijk in de auto (wat u merkt aan veel slikken en speekselen of als hij gespuugd heeft). Soms is het mogelijk overgeven te voorkomen door kleine afstanden te rijden en uit te stappen. Frisse lucht helpt dan de misselijkheid even te overwinnen.
Neem ook een speeltje waar de pup in kan bijten mee en doe deze in de doos. Kauwen werkt kalmerend. En dan heb je ook iets om hem mee af te leiden, als hij in je hand of kleding probeert te happen.
Wat u moet meenemen voor uw pup
- Oude handdoek,
- klein bakje en fles water,
- krant, keukenrol en plastiek zakken (in geval van wagenziekte)
- doos met een oud deken
- Speeltje / kauwbeentje